Pesten

Pesten is een bijzonder ongewenste vorm van omgaan met elkaar. Het heeft te maken met het niet respecteren van de ander, met de ander niet in zijn waarde laten. Respect en waardering zijn juist essentiƫle uitgangspunten van ons kampwerk.

Pesten en plagen liggen heel dicht bij elkaar. Een plagerijtje moet kunnen, bijvoorbeeld iemand uitlachen, omdat hij in de modder valt, of per ongeluk eens iets grappigs zegt. Herhaaldelijk plagen kan echter snel ontaarden in pesten.
Iemand die gepest wordt, loopt de kans genegeerd te worden door de groep. Pesters doen het vaak niet alleen en zij hebben zo’n status in de groep, dat zij anderen mee krijgen. Het slachtoffer, want zo mag je iemand best noemen die gepest wordt, krijgt het er alleen maar moeilijker mee.

Doe pesten op kamp niet af met dooddoeners als:

Hij is nu eenmaal zo, hij roept het zelf op;
Hij wordt altijd gepest, dus wat kunnen wij er aan doen.

Elk kind moet op kamp een nieuwe, unieke kans krijgen het naar zijn zin te hebben. Dit plezier wordt al snel de grond in geboord op het moment dat hij beseft, dat het pesten van school, de straat en de club ook op kamp, met andere kinderen wordt doorgezet. Kans verkeken!

De gepeste heeft niet de mogelijkheid om op een sociaal aanvaardbare manier te reageren op de pesterijen. Drift, slaan, huilen, boos worden zijn vaak de reactie en voldoende aanleiding om hem nog verder de grond in te trappen.

Wat kunnen wij er aan doen?

1. Ten eerste signaleren. Het zou natuurlijk mooi zijn, als wij weten, dat het kind gepest wordt en wat daar de oorzaak van is. Als dat niet het geval is, hebben wij de plicht, met name tijdens een kennismakingsperiode op kamp, de kinderen te observeren en de kinderen die in een verdomhoekje dreigen te raken op te merken en daar op te reageren. Onze aanpak moet natuurlijk in de staf worden besproken.

2. Je moet het kamp niet beginnen met activiteiten waarbij deelnemers in ieder geval uit de boot kunnen vallen. Een teamspel, waarbij je zelfs deelnemers partijen laat kiezen op de eerste middag van het kamp is dan ook uit den boze. Geef ieder kind de gelegenheid om zich te uiten, aan bod te komen en met zijn of haar capaciteiten of eigenaardigheden snel de draad van het kamp op te pakken.

3. Benadruk als leiding nooit de zwakke kanten van een kind. Als een kind weinig kleding bij zich heeft, moet je er voor zorgen, dat hij in ieder geval dagelijks iets aan kan trekken. De verzuchting slaken, dat hij zo weinig heeft meegenomen, heeft weinig effect. Het kind kan er zelf zo weinig aan doen.

4. Kinderen die niet kunnen lezen, moet je niet naar voren halen om een verhaaltje voor te laten lezen. Als een kind dat zelf wil, neem het verhaaltje dan tevoren door, zodat je geen hakkelend kind voor de groep hebt, dat al snel de ‘uit’-lachers’ op zijn hand krijgt.

5. Benadruk nooit het pesten van de kinderen; doe dus zelf niet mee, maar keur altijd het pestgedrag af, ook al is dat te verklaren. Laat je begrip merken, als het kind bij jou zijn beklag komt doen en reageer niet met de slappe opmerking ‘dan pest je maar terug’ Zo stuur je het kind met een kluitje in het riet. Je helpt hem er in ieder geval niet mee.

6. Probeer het kind bij activiteiten te betrekken. Wijs hem op het gedrag waarmee hij wellicht gepest wordt. Probeer dat naar hem te benoemen en help hem zo ongewenst gedrag van zijn kant te vermijden.

7. Wees voorzichtig met een groepsgesprek om het pestgedrag van kinderen aan de orde te stellen. Voor je het weet bereik je het omgekeerde en zit de gepeste met de gebakken peren. Je kunt wel in het algemeen wijzen op de consequenties van pestgedrag op een enkeling. Eventueel kun je daarna een pester afzonderlijk wijzen op zijn ontoelaatbaar gedrag.

N.B. Besef, dat ook de pester aandacht nodig heeft en wellicht zelf het onderwerp is van pesterijen. Hij kan dit compenseren door een ander te gaan pesten!

Kortom, neem het probleem serieus en probeer altijd naar een oplossing te zoeken, waardoor de pester zich niet alleen voelt staan in de groep. Wellicht lukt het niet om op jouw kamp het pesten volledig tegen te gaan. Maar alleen al het feit, dat jij de gepeste serieus neemt, is op zich al belangrijk en getuigt van respect voor het kind.